03/01/2014 tot 09/01/2014
17 Boerderijen, 32 werkweken en een hoop kennis en levenservaring rijker laten we 3 januari Innisfail achter ons. We gaan met een hittegolf in de Outback rondrijden, wat een feest! Tijd voor deel twee van onze roadtrip. We pakken de auto in en nemen afscheid. De manager bedankt ons voor being good people en daar gaan we dan. Het doel is Perth waar we onze auto willen verkopen en richting China gaan.
Hittegolf in de Outback
Van Innisfail naar Alice Springs. Een rit van 2334 kilometer door de outback van Australië. Er heerst een hittegolf in de Outback dus we zijn voorbereid. Eenmaal onderweg wordt het landschap steeds droger en de weg meer verlaten. Met kilometers asfalt in ons vizier zien we uren en soms zelfs dagen bijna geen tegenliggers. Af en toe komt een tonnen wegende roadtrain ons tegemoet rijden waarvoor we graag even plaatsmaken. Of een enthousiast zwaaiende automobilist die blij lijkt te zijn eens iets anders te zien dan een dode kangoeroe of koe.
Verbazingwekkend hoeveel dode dieren er aan de kant van de weg liggen. Uitgedroogd of aangereden. Soms definieerbaar, soms een karkas, soms slechts een paar botten maar het zijn er honderden. De droogte is verschrikkelijk. Er is al acht maanden geen regen geweest en het land verlangd er naar. Alle rivieren staan droog, her en der zie je een boom maar eigenlijk is het te droog om iets te groeien. Voor dieren, bomen, planten én mensen is het verschrikkelijk zo’n hittegolf in de Outback.
Vliegen vliegen en nog eens vliegen
Met temperaturen oplopend tot 49 graden en het ontbreken van een werkende airco lijkt het wel een sauna in onze auto. Geloof me… hier wil je niet zijn! Het erge is dat het ‘s avonds ook niet afkoelt. Op geen enkele manier kunnen we de warmte kwijt. Ook zijn er gigantisch veel vliegen. Echt niet grappig. We kunnen de auto niet uit want ze zitten echt óveral. Voordat we de auto ingaan moeten we eerst altijd even een sprintje trekken, wat spastische sprongen maken en met onze armen zwaaien want anders hebben we een hele zwerm vliegen in de auto. We proberen er maar een beetje om te lachen.
Alice Springs
In Alice Springs moeten we even bijkomen van de toch wel heftige autorit. Bijna een paar kangoeroes voor de auto en temperaturen die wij nog niet eerder meegemaakt hebben. We staan dan ook even heerlijk kneuterig op de camping en plannen alleen iets als we er zin in hebben. We doen de Lions Walk welke ons een mooi uitzicht geeft over de stad. We bezoeken de Royal Flying Doctor Service waarbij we zien hoe het er bij de Flying Doctors aan toe gaat. We rijden naar de supermooie West Mcdonnell Ranges, een 644 kilometer lange bergkam met veel mooie kloven. We bezoeken twee kloven namelijk de Simpsons Gorge, een kleinere kloof 20 km van Alice Springs, en Ormiston Gorge, een grotere en meer imposante kloof op 127 kilometer afstand van Alice Springs. Niet oplettend missen we een afslag. Dit betekent meteen 200 km omrijden. Oeps… Tja dat is dus echt Australië. Afstanden waar je bang van wordt!
Na vijf dagen Alice Springs is het tijd om te gaan. We zijn weer bijgetankt en trekken met nog steeds een hittegolf in de Outback weer verder met ons wagentje. In Alice Springs is niet veel te beleven en vanwege de warmte helemaal niet. Ook stikt het er van de Aboriginals en dat zijn geen leuke mensen. Vanwege overmatig alcohol en drugsgebruik hangen ze maar wat doelloos rond. Ze bedelen, stinken en schreeuwen. Dit klinkt misschien cru maar een bezoek aan Australië heeft onze mening wel doen veranderen.
To be continued…